25 jaar brouwerij ’t IJ

25 jaar brouwerij ’t IJ

Recensie

Het EI van Kaspar Peterson en Joke Scholte is er niet zonder slag of stoot gekomen. Het door allerlei factoren tot stand gekomen feit dat wij wereldwijd de grootste variatie aan bieren kennen, bleef in de prille 80’er jaren niet onopgemerkt. Niet in eigen land, waar de OBP aan de basis lag van een nieuwe interesse in den streekeigen bieren, maar ook niet in Nederland. Daar groeide uit een reactie tegen een allesregulerende overheid de ‘Krakersbeweging’ met als één van de grote lijnen: ‘We kunnen het zelf wel !’ Daar kwam in één adem de aandacht voor het ambachtelijke, het kleinschalige, bij. Kaspar Peterson nam als muzikant volop deel aan die beweging. In Nederland werd al wat bier was gestuurd door enkele grote brouwerijen die alleen maar massaproducten brouwden. Hij leerde de Belgische bieren kennen en waardeerde uitermate de veelal familiale kleinschaligheid waarbinnen ze tot stand kwamen. Zijn interesse was gewekt en de vraag rees of hij niet zelf lekkers zou kunnen maken. Na heel wat proefbrouwsels op een kleine zelfgebouwde installatie bleek hij in staat te zijn drinkbaar bier te maken dat in brede kring gretig aftrek vond. Het hele huis stond vol met ketels en vaten, geen mens die er zich wat van aan trok. Maar enige tijd nadat hij Joke had leren kennen was er ook een baby’tje op komst en moest er dringend uitgekeken worden naar een andere plaats voor het brouwen.

 

Ze vonden een oud gemeentelijk badhuis aan de Funenkade, in de schaduw van Nederlands hoogste houten molen, en kregen het gedaan het gebouw van de gemeente te mogen huren.

Met hulp van familie en vrienden werd het nodige geld bijeengebracht en werd het gebouw verbouwd tot brouwerij. De tegenslagen bleven niet uit maar na maanden hard labeur kon, kort na de geboorte van zoontje Arie, ook het eerste brouwsel op 2300 liter gemaakt worden.

Gelegen aan het IJ, één van de twee waterlopen waaraan Amsterdam ligt, lag de naam voor de hand. Dat die andere brouwerij, gelegen aan de Amstel, al vele jaren in handen was van Heineken was natuurlijk een reden te meer om bij wijze van knipoog te refereren aan die tweede waterloop, nu, na vele decennia een nieuwe brouwerij het licht zag ! Talloze problemen met de her en der samengeraapte tweedehandse machinerie konden de pret niet bederven het duurde dan ook niet lang voor de groep belangstellenden groter werd. Brouwerij ’t IJ was een feit en was zonder twijfel de allereerste nieuwe brouwerij in Nederland die wat tegenstroming veroorzaakte in de enorme plas pils die er gebrouwen werd (en wordt). Ondertussen zijn we vijfentwintig jaar verder en hebben tal van andere brouwerijen ook dit spoor ontdekt. En terecht. Dat er niet altijd lekker bier uit de ketels stroomt is nog een feit, maar het blijft hoopvol.

 

Na lezing van dit geestige én interessante boek kunnen we maar hopen dat brouwerij ’t IJ zijn pioniersrol nog lang kan blijven waar maken: prima bier van een prima brouwerij!

Boeken